Wanneer het volk bijeen is, spreek ik over uw rechtvaardigheid, ik houd mijn lippen niet gesloten, u weet het, HEER. Ik zwijg niet over uw goedheid, maar getuig van uw trouw en uw hulp. In de kring van het volk verheel ik niet hoe liefdevol, hoe trouw u bent.

Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid.

Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want hij die de belofte heeft gedaan is trouw. Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen.