Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen.

Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.

Zaai rechtvaardig! Oogst met liefde! Ontgin nieuw land! Het is tijd om de HEER te smeken, dat hij nadert met de regen van zijn goedheid.