Donderdag 18 december 2014
1 Timoteus 2:1-2
Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken. Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid.
-- 1 Timoteus 2:1-2
Eén reactie op de tekst van donderdag 18 december 2014 – 1 Timoteus 2:1-2
Het eerste dat mij opvalt is het woordje ‘alle’ Hoe kunnen we nu bidden voor alle mensen, zonder dat het gebed ‘waterig’ wordt. Wel in de grondtekst blijkt dat het hier gaat om ‘allerlei’ mensen en niet om ‘alle’ mensen. Dan worden dingen wat duidelijker denk ik. Vervolgens zien we dat hier sprake is van vier soorten gebeden in deze tekst, ja vier want in de grondtekst staat er ook nog dankzegging bij.: – smekingen: hierbij denken we aan een nood. – Dankzegging komt meestal na het verhoren van gebed. –Voorbede zou je ook kunnen noemen aanroepen: het zich richten tot God als de Allerhoogste. Het vierde gebruikte woord is gebed en bij het bestuderen hiervan kom ik geen specifieke extra betekenis tegen.
In vers 2 wordt heel specifiek opgeroepen te bidden voor de overheid. Zij immers hebben grote invloed op het functioneren van de gemeente. Hierbij moeten we denken aan een stil en rustig leven voor de gemeente. De overheid bepaald zowel het binnenlands als buitenlands beleid en is in principe door God bedoeld om op een christelijke manier te regeren.
Als het beleid van de regering en overheid niet in strijd is met de godsvrucht dan is het voor christenen makkelijker om rustig te leven. Godsvrucht is immers het stellen van zijn of haar leven ten dienste van God. En als we dan denken aan de mensen in moslimlanden en deze vergelijken met het leven voor de christelijke gemeente in Nederland dan wordt het wel iets duidelijker wat er wordt bedoeld.
Laat een reactie achter