Zondag 24 februari 2013
2 Korintiers 4:6
De God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.
-- 2 Korintiers 4 :6
Eén reactie op de tekst van zondag 24 februari 2013 – 2 Korintiers 4:6
Kerntekst: 2Kor 4:6: De God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.
Inleiding: In het stuk 2Kor.4:1-6 stelt Paulus hier het ambt van apostolaat nader in het licht. Hij vermag veel, maar uitsluitend omdat God hem veel heerlijkheid heeft geschonken.
Korte verklaring der Heilige schrift door Dr. F.W. Grosheide: Het slot van het gedeelte over zijn ambt (1-6) geeft een uitspraak, waarin de apostel min of meer samenvattend spreekt over het karakter van zijn ambtelijk werk. Ook dit vers is een reden, maar één die veel verder terug gaat dan die van vers 5 en in het algemeen zegt, waarom Paulus kan en moet prediken, als hij doet.
Eerst was er voor de mens chaos en op de eerste dag het licht doen opkomen. Uit de duisternis scheen het licht . Hetzelfde karakter als deze scheppingsdaad draagt de daad die God doet aan Zijn volk, als Hij herschept, wederbaart, tot bekering brengt, uit de duisternis leidt tot het licht. In het hart van de zondaren is het donker en verkeerd in chaos, alles verandert, als God er in schijnt.
De volgende uitdrukking is met zijn vele tweede naamvallen een echte Paulinistische. Hoofdbegrip is weer de uitstralende heerlijkheid Gods, waarover in dit schriftgedeelte zo veel wordt gehandeld. Van die heerlijkheid Gods is er kennis . God openbaart haar. Zij kan wel niet in haar wezen worden verstaan , gezien worden, zoals ze is, maar de Here geeft er toch ware kennis van, met name ook door de prediking der apostelen.
De uitdrukking in het aangezicht van Christus, die te vergelijken is met het beeld van god, vers 4, brengt ons terug naar Mozes. Mozes kan aan Israël die heerlijkheid Gods niet openbaren, omdat Israël die niet kan verdragen. Christus aangezicht mogen we aanschouwen en zó de Vader kennen. Door Christus komen we tot de heerlijkheid Gods. god die een ontoegankelijk licht bewoont, openbaart Zich in Christus.
Overige commentaren door Dr.M.R.van den Berg: Een proclamatie van het koningschap van Christus, die we moeten blijven proclameren, dwars tegen alles in wat dat koningschap lijkt te ontzenuwen. want die proclamatie is het enige waar de god van deze eeuw als de dood voor is.
Overige commentaren door F.J. Pop: De diepste grond voor zijn volstrekte nederigheid ligt in het feit, dat alle licht, dat hij al predikend verspreidt, afkomstig is van God.De verdrijving van de duisternis (chaos) door het licht, is karakteristiek gebleven voor heel het heilshandelen van God. Zodra God Zich met Paulus heeft ingelaten en aan hem Zijn heilswerk gaat doen, herhaalt zich het eerste scheppingswonder.
Mijn conclusie: Het besef dat mijn leven eerst chaos was en na een stuk herschepping van God orde begon te vertonen en het licht dat eerst duisternis was in mij en dat zichtbaar is voor de mensen, heeft niks met mij zelf te maken. Het is het ingrijpen en zichtbaar worden van Hem in mij. Dat wil niet zeggen dat ik krampachtig moet geen leven hiermee, want God geniet van het mooie dat Hij in ieder mens afzonderlijk, en uniek heeft gelegd. Neem van mij aan dat God niet van robots houd.
Mijn gebed: Heer, leer ons U te danken voor de God van licht die U bent. Heer, ik ben U dankbaar dat we niet in chaos hoeven te leven, maar dat U orde hebt gebracht en door ons heen schijnt. Verheerlijk Uzelf in ons licht.Amen
Laat een reactie achter