Vrijdag 17 februari 2012
Marcus 11:25
Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten, vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen vergeeft.
-- Marcus 11:25Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten, vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen vergeeft.
-- Marcus 11:25
2 reacties op de tekst van vrijdag 17 februari 2012 – Marcus 11:25
-knip-
Beste Ed,
Je zult het goed bedoelen maar je Bijbeluitleg doet vrees ik geen recht aan (de volle breedte en diepte van) Gods Woord. Neem alleen al het slot van II Tim. 4, waar Paulus zijn troost vindt in de vergelding die de Here zal geven aan Alexander de Koperslager die hem zoveel kwaad berokkend had, en neem zovele andere plaatsen in de Schrift (“Mij komt de wraak toe” als troost voor de christen die zoveel kwaad aangedaan is en waarvan de dader geen berouw toont of zelfs onverminderd doorgaat zodat vergeven wel heel moeilijk gemaakt wordt; Christus’ Woorden over de onvergeeflijkheid van bepaalde zaken, Zijn oordeel over Chorazin, Kapernaüm en Bethsaïda; Zijn Woorden in Matth. 23; Zijn tempeluitdrijving; de Woorden van Johannes de Doper; Woorden van Petrus aan het adres van Ananias en Sapphira; Hebreeën 6; Hebreeën 10; I Cor. 5; enz. enz. enz.), en je begrijpt hoop ik dat jouw verwijzing naar I Cor. 13 geschreven door dezelfde Paulus wel wat erg kort door de bocht en eenzijdig is. Prachtig als je Gods Liefde en Zijn boodschap over vergeving wilt doorgeven, maar vergeving is NIET een simpel onderwerp en ook niet iets wat ZONDER echt en levend en berouw-met-de-daad gaat (zie ook het voorbeeld van Zacheüs). ECHTE vergeving, tussen God en mensen EN tussen mensen onderling is iets ongelooflijk prachtigs en teers en kostbaars, maar niet eenvoudig en al helemaal niet vanzelfsprekend. En last but not least: vergeving is al helemaal niet iets wat AFGEDWONGEN kan worden, zoals soms tussen christenen onderling gepoogd lijkt te worden: een boetvaardige zal nooit spreken in termen van “Je moet mij vergeven”. Zo iemand smeekt “Wil je het mij vergeven? Wat kan ik doen om het althans nog enigszins goed te maken?” Daar kan de liefde weer opbloeien, niet bij de dwingende hardheid van de eerste vraag.
Vergeef mij deze uitgebreide uitweidingen, maar dit onderwerp is wel zo teer dat te kort door de bocht erover schrijven al gauw zowel God als mensen ernstig tekort doet. Dank voor je welwillende overweging, excuus als ik je nu zelf onbedoeld tekort heb gedaan.
Laat een reactie achter