Zondag 23 september 2007
Hooglied 4:3-4
Als een koord van karmozijn zijn je lippen, je mond is betoverend. Als het rood van een granaatappel fonkelt je lach, door je sluier heen. Je hals is als de toren van David, die in ringen is gebouwd, die met schilden is behangen, met wel duizend schilden van helden.
Laat een reactie achter