Dinsdag 23 december 2014
Jesaja 16:4-5
‘Verleen Moabs vluchtelingen onderdak, wees onze toevlucht tegen de verwoester.’ Is de verdrukking ten einde gekomen en de verwoesting tot staan gebracht, is de tiran uit dit land verdreven, dan wordt in Davids huis een troon geplaatst, gegrondvest op liefde en trouw. Daar zetelt een rechter die recht zoekt, die ijvert voor gerechtigheid.
-- Jesaja 16:4-5
Eén reactie op de tekst van dinsdag 23 december 2014 – Jesaja 16:4-5
Wat was dan Moab overkomen dat het zo totaal tot de rand van totale vernietiging werd gebracht. Als we dit gaan onderzoeken zien we dat het land Moab heerlijke wijn produceerde en hier trots op was en deze trots ging zo ver dat het zich verbreidde tot een trots die de toorn van de Heer der Heerscharen opriep. Voor meer info hierover o.a. in deze bijlage, maar verder op internet is hier genoeg over te vinden. ( bijlage Moabieten: klik hier). Wie of wat het land vernietigde is ook niet belangrijk in dit vers. Het leger van Moab heeft de moed opgegeven en de inwoners van het land zijn op de vlucht,. maar waar heen kunnen ze gaan. Zoals eens Ruth (een Moabitische) haar toevlucht zocht in Juda en dit vond, zo zoeken ook nu de dochters van Moab om hulp en de profeet ondersteunt hun smeekbede. Hun trotse land met de druiven en daarna het zoeken van hulp bij hun goden die niets kunnen uitrichten. Daarover gaat deze profetie en het restje dat overblijft. De groep vrouwen die hulp zoekt en vindt bij de profeet, maar natuurlijk uiteindelijk bij de Heer der Heerscharen. Wie ore heeft die hore.
Laat een reactie achter