Woensdag 08 mei 2013
Psalmen 9:10-11
Moge de HEER een burcht zijn voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood. Wie uw naam kent, kan op u vertrouwen, u verlaat niet wie u zoeken, HEER.
-- Psalmen 9:10-11Moge de HEER een burcht zijn voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood. Wie uw naam kent, kan op u vertrouwen, u verlaat niet wie u zoeken, HEER.
-- Psalmen 9:10-11
4 reacties op de tekst van woensdag 08 mei 2013 – Psalmen 9:10-11
Glorie aan God:-)
Dank U lieve God dat wij zijn gemaakt om U voldoening te geven.Op het moment dat ik ter wereld kwam, was U mijn God aanwezig als onzichtbare getuige. U glimlachte om mijn geborte. U wilde dat ik zou leven, en mijn komst deed U heel veel genoegen.U God hoefde mij niet te scheppen, maar U koos ervoor om dat te doen zodat U van mij kon genieten. Ik bestaa voor U mijn lieve God: voor Uw heerlijkheid, voor Uw doel en om U voldoening te schenken.Heer het belangrijkste doel van mijn leven is te leven voor Uw genoegen:-) Amen
Have God day In Christ
-knip-
Psalm 22
Studie vrucht van zachtmoedigheid: site Holyhome
ZACHTMOEDIGHEID
Een populair gezang dat enkele generaties geleden veel bijval vond, maakt onze Zaligmaker onbedoeld belachelijk als “vriendelijke Jezus, zachtmoedig en zacht”. Zachtmoedigheid is een vrucht van de Geest die in onze agressieve, zelfgerichte cultuur vrijwel verdwenen is. Omdat de mens het in verband brengt met zwakheid, zullen de meesten in deze tijd anderen niet bewonderen omwille van hun “zachtmoedigheid”. Maar zoals we zullen zien is het niet wat zij veronderstellen dat het is. Het is een karaktertrek die erg opvalt in de grootste Mens die ooit heeft geleeft — en ook één die wij allemaal vandaag de dag hard nodig hebben.
Een modern woordenboek maakt duidelijk waarom zachtmoedigheid in verband wordt gebracht met zwakheid. Let eens op de synoniemen die de Reader’s Digest Oxford Complete Word Finder opsomt: mak, timide, mild, zacht, niet ambitieus, zich terugtrekkend, zwak, meegaand, berustend, onderdrukt, zonder spirit, gebroken en slap. Niet één van deze woorden is op Jezus Christus van toepassing; evenmin op Mozes, van wie de Bijbel zegt:
Numeri 12:3 Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem.
Beschrijven deze woorden de krijgsman-koning David, een man in sterke mate door God geliefd? Of Paulus, de onvermoeibare, onbevreesde apostel, die moedig zijn deel aan gevaarlijke en pijnlijke vervolgingen doorstond? Nee, als we eenmaal begrijpen wat bijbelse zachtmoedigheid is, kunnen we gemakkelijk inzien dat deze mannen inderdaad zachtmoedig waren.
Het staat buiten kijf dat ons begrip van deze opmerkelijke eigenschap niet klopt! Bijbel-commentatoren zijn het er in ’t algemeen over eens dat de moderne mens in onze westerse, judeo-christelijke cultuur niet de beschikking heeft over deze goddelijke eigenschap. Zachtmoedigheid als vrucht van de Geest is een eigenschap van de almachtige God Zelf en belangrijk voor ons als we een beeld van Hem willen zijn en een waarachtig getuige. Deze karaktertrek zal inderdaad in grote mate bepalen hoeveel vrede en tevredenheid er in ons leven zal zijn en hoe goed we ons tijdens beproevingen zullen gedragen.
Gezegend zijn de zachtmoedigen?
Zachtmoedigheid is zo belangrijk dat het de derde karakteristiek is die Jezus noemt in Zijn basisonderwijs, de bergrede:
Mattheüs 5:5 Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde be?rven.
Het is duidelijk dat de ideale mens die de wereld op het oog heeft, geheel verschilt van de Zijne. De zachtmoedigen behoren tot degenen die zo worden begunstigd dat ze met Jezus de aarde zullen beërven.
Hij was niet de eerste die het belang van zachtmoedigheid onder woorden bracht. Hij was wel de eerste die, in de zogenaamde bergrede, een van God afkomstige, geordende opsomming gaf van de karakteristieken van de perfecte mens. Anderen hebben opsommingen gemaakt van in het oog springende deugden, maar Jezus’ opsomming is uniek in zijn samenhang met het Koninkrijk van God en de diepgang van wat Hij ermee bedoelde.
Hoe kan dat dan, vraagt u zich af? Gelet op hoe de moderne mens over zachtmoedigheid denkt, is Zijn uitspraak bijna onbegrijpelijk. De wereld zou het als volgt onder woorden brengen: “Zalig de sterken, die in staat zijn op eigen benen te staan.” De wereld houdt meer van de zichtbare en zogenaamde heldhaftige deugden. Zij die in sterke mate — bijna vurig — wedijveren, agressief zijn en zich laten gelden, zijn degenen die erkenning, bewondering en beloningen ontvangen. Eindigen zij niet bovenaan, bezitten zij niet het meeste en beste ondanks duidelijke en misschien zelfs gevaarlijke tekortkomingen in hun karakter?
Op het eerste oog heeft deze zaligspreking weinig betekenis en wat ze aan betekenis heeft schijnt in tegenspraak te zijn met de naakte feiten van het alledaagse leven. Geen zinnig mens die naar de wereld kijkt of geschiedenis studeert, kan deze uitspraak zonder slag of stoot serieus nemen. Ongelukkigerwijs hebben ook veel christenen hem niet in de praktijk toegepast, misschien betreurend dat hij helaas wel eens waar kon zijn, maar dat dat toch niet in de werkelijke wereld geldt. In plaats van op Gods woord af te gaan, blijven zij volgens de ideeën van de wereld denken en missen dus de voordelen die zachtmoedigheid in hun leven zou voortbrengen. Bedenk dat Jezus Zelf zegt: Zalig — gelukkig, de voorkeur genietend — zijn de zachtmoedigen.
Dus we staan voor de keuze. Jezus meende wat Hij zei, of niet. Hij wist waarover Hij het had, of niet. Jezus is of een betrouwbare gids, of niet. We nemen Jezus serieus, of niet. Als we het niet doen, kunnen we beter alles wat Hij leert laten schieten. Als we besluiten de kat uit de boom te kijken en enkele karakteristieken wel na te streven en andere niet, worden we huichelaars. Natuurlijk zal de echte christen deze uitspraak accepteren, er van leren en er in groeien.
Wat Jezus zei is een erg praktische leer. Het schijnt in ’t eerst misschien onpraktisch, dwaas en zelfs doelloos, maar Hij was geen sentimentele dromer die in nietszeggende uitspraken grossierde. Hij was een onversaagde realist die echt open stond voor de werkelijkheid en ons een belangrijke sleutel heeft gegeven tot welvaart en heerschappij binnen Gods doel. Eén commentator, Emmet Fox, auteur van een heel boek over de bergrede, zegt dat deze zaligspreking “behoort tot het halve dozijn meest belangrijke verzen in de bijbel”.
“De zachtmoedigen zullen het aardrijk beërven” en wanneer ze dat doen zullen ze de aarde ook regeren. God heeft bepaald dat zachtmoedigheid een deugd is waarover zij die in Zijn gezin heerschappij zullen voeren, de beschikking moeten hebben. Het is de vraag of we zonder deze deugd daar wel zullen zijn.
Wat betekent zachtmoedigheid?
We staan niet alleen in ons begrip van dit woord. De oude Grieken hadden het ook niet als deugd op de lijst staan, behalve onder zeer bijzondere omstandigheden. Op zijn best gebruikten ze het zoals wij vandaag “neerbuigend handelen” gebruiken en ze doelden dan alleen maar op de externe relaties van de mens met andere mensen. Jezus tilde het uit die enge context, terwijl Hij toch het verband met de mens in stand hield; Hij liet het voornamelijk doelen op onze relatie met God. In zijn commentaar op Galaten 5:22 (p. 51) voegt William Barclay hier nog aan toe dat zachtmoedigheid “het meest onvertaalbare woord uit het Nieuwe Testament” is.
Sommigen hebben geprobeerd “nederigheid” als equivalent te gebruiken, maar zowel het Hebreeuws als het Grieks hebben specifieke woorden die synoniem zijn aan nederigheid. Bovendien dekt nederigheid niet de volledige betekenis. Een ander woord verbonden aan zachtmoedigheid is “goedertierenheid”, maar wat voor nederigheid geldt, geldt ook voor goedertierenheid. Beide maken deel uit van zachtmoedigheid, maar beide schieten tekort voor de volle betekenis; haar karakteristieken gaan veel dieper dan die van elk van hen.
Het Hebreeuwse woord dat met “zachtmoedigheid” wordt vertaald is anav of anaw, wat betekent: “gedeprimeerd (figuurlijk), in geest (zacht) of omstandigheden (behoeftig, in ’t bijzonder van heiligen); nederig, bescheiden, zachtmoedig, arm” (Strong’s Exhaustive Concordance, nummer 6035). De vertaling hangt af van de context waarin het voorkomt. Het Gesenius Hebrew-Chaldee Lexicon voegt er aan toe: “verdrukt, ellendig, … , gewoonlijk met als toevoeging een nederige, vrome en bescheiden geest, die verkiest onrecht te verdragen boven het te doen” (p. 643). Het Theological Wordbook of the Old Testament geeft aan waarom dit woord zo moeilijk is om in één woord uit te drukken: “anaw duidt op het beoogde doel van verdrukking” (p.1651).
Het Griekse woord prautes, waar Barclay naar refereert, is al niet gemakkelijker. James Strong definieert het alleen maar als “zachtheid; dat is (impliciet) nederigheid” (nummer 4240). Vincent’s Word Studies of the New Testament zegt: “Plato stelt het tegenover woestheid of wreedheid” (vol. 1, p. 37). In The Complete Word Study Dictionary New Testament, schrijft Spiros Zodhiates:
Prautes is, volgens Aristoteles, het midden tussen twee uitersten: boos worden zonder enige reden en in het geheel niet boos worden. Daarom is prautes boos worden op de juiste tijd, met de juiste mate en om de juiste reden … [H]et is een toestand van geest en hart die edelmoedigheid laat zien, niet in zwakheid, maar in kracht. Het is een balans voortkomend uit kracht van karakter (p. 1209-1210).
We kunnen nu gaan inzien waarom Barclay het als het meest onvertaalbare woord uit het Nieuwe Testament beschouwde. Dit komt omdat Jezus het normale gebruik van dit woord boven zijn normale toepassing verhief. Omdat de mens de bijbel zo gemakkelijk verwerpt, hebben ze Jezus’ gebruik van het woord niet in het alledaagse taalgebruik geaccepteerd. Voor de mens in het algemeen betekent zachtmoedigheid wat zijn meest voorkomende synoniemen betekenen.
Zachtmoedigheid en de zaligsprekingen
Misschien is de beste manier om zachtmoedigheid te begrijpen wel om te bestuderen welke woorden de bijbel ermee in verband brengt en de context waarin dit gebeurt, hoe de bijbel het woord zelf gebruikt en het belangrijkst hoe zij die het hebben, handelen in relatie met God en medemens.
We moeten begrijpen dat als Jezus zachtmoedigheid in Mattheüs 5:5 als een zeer wenselijke eigenschap presenteert, Hij dit vooraf laat gaan door “Zalig de armen van geest” (vers 3) en “Zalig zij die treuren” (vers 4). Hij plaatst het in een context die eigenschappen bevat, die wel wat weg hebben van zachtmoedigheid. Alexander MacLaren schrijft in zijn commentaar op vers 5:
[Zachtmoedigheid] is het gedrag en de houding jegens God en mens die voortkomt uit de innerlijke ervaring beschreven in de twee vorige zaligsprekingen, die alleen maar op onszelf betrekking hadden (Expositions of Holy Scriptures, vol. 6, “St. Matthew,” p. 130).
Met andere woorden zachtmoedigheid is de actieve vrucht van de andere twee, maar waar arm van geest en treuren beide innerlijke activiteiten zijn, is zachtmoedigheid in zijn werking in iemands leven zowel innerlijk als uiterlijk. Alhoewel dit geen volledige beschrijving is, legt het een goed fundament.
Goddelijke zachtmoedigheid is onmogelijk, tenzij we eerst leren een juiste en lage achting voor onszelf te hebben. We moeten arm van geest worden. We doen dit door in diep berouw voor God te verschijnen, met een helder begrip van het grote verschil tussen onszelf en wat Hij is en wat Hij met ons voor heeft. Paulus zegt in Romeinen 12:
Romeinen 12:3 Want krachtens de genade, die mij geschonken is, zeg ik een ieder onder u: koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar gedachten tot bedachtzaamheid, naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld.
Terwijl trots onszelf en anderen vernietigt, dient nederigheid en bouwt het op.
Treuren komt voort vanuit een gevoel van zonde, vanuit een gevoelig geweten, vanuit een gebroken hart. Het is een goddelijk verdriet over onze rebellie tegen God en vijandigheid tegen Zijn wil. Het is het pijnlijke besef dat het niet zonde in het algemeen was, maar onze eigen zonden die Christus aan het kruis nagelden. Let er op dat Mattheüs 5:4 in de tegenwoordige tijd staat, erop duidend dat treuren niet beperkt is tot ons initiële berouw — het is een voortdurende ervaring. De christen heeft veel om over te treuren. Als zijn geweten gevoelig blijft door een steeds diepergaand begrip van het morele verderf van de menselijke natuur, zijn zijn zonden — zowel die van nalaten als van doen — een oorzaak van dagelijkse smart. Paulus schrijft in Romeinen 8:
Romeinen 8:23 En niet alleen zij, maar ook wij zelf, [wij,] die de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam.
Hij voegt in Romeinen 7 hieraan toe:
Romeinen 7:24 Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?
Dit betekent niet dat een Christen leeft met hangende schouders en een zwartgallig uiterlijk, of voelt dat hij een zak vuil is of een onwaardig voorwerp dat nog steeds ronddobbert in een morele sceptic tank. Een christen heeft ook vergeving ontvangen, is gereinigd en gerechtvaardigd door het bloed van Jezus Christus. Hij heeft toegang tot God de Vader, is Zijn oogappel en heeft een ontzagwekkende hoop vóór zich. Hij heeft de Heilige Geest in zich. Hij is een kind van de grote Schepper en kijkt ernaar uit om in Gods gezin geboren te worden. Christus stierf voor hem en deze schepping bestaat zodat dat hij volmaakt kan worden. Een christen heeft vele redenen om een gevoel van uitgelatenheid te hebben over wat er voor hem is gereedgemaakt. Een besef van zonden — zolang het geen obsessie wordt — zal hem helpen een nederige geestelijke houding te blijven handhaven door trots in bedwang te houden, zijn oordeel te matigen en om de gebeurtenissen van het leven te accepteren in een geest van grote tevredenheid.
Deze kwaliteiten worden voortgebracht als we, met Gods hulp, onszelf op de juiste manier meten tegen de juiste standaards — God en Zijn wet — en ontdekken hoeveel we te danken hebben aan Gods grote genade. Iedereen die zich zo voelt en daarna vergeving heeft ontvangen en gereinigd is door Christus’ bloed, is in staat om goddelijke zachtmoedigheid voort te brengen.
Zachtmoedigheid en nederigheid
In Mattheüs 11 verbindt Jezus zachtmoedigheid met nederigheid:
Mattheüs 11:29 Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen;
De eerste verzen van Efezi?rs 4 luiden:
Efeziërs 4:1-3 Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt, 2 met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen, 3 en u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes:
In Mattheüs 11:29 legt Jezus uit waarom we Zijn manier van leven moeten navolgen. Als onze Heer en Meester is Hij niet hard, overheersend en onderdrukkend, maar zacht in Zijn bestuur. Zijn wetten zijn ook redelijk en gemakkelijk te gehoorzamen; noch Hij noch Zijn wetten brengen ons in slavernij. Hij benadrukt de zachte kant van zachtmoedigheid jegens anderen. Hierop gebaseerd gaan we zien waarom zachtmoedigheid een deugd moet zijn van hen die het Koninkrijk zullen ontvangen en regeren. Omdat God in zachtmoedigheid regeert, moeten Zijn kinderen het ook.
Efezi?rs 4 onderwijst hoe eenheid op te bouwen en in stand te houden in een sociale samenhang. Hier verschijnt prautes samen met nederigheid, geduld, verdraagzaamheid en liefde. Paulus verlangt dat we — om eenheid op te bouwen en in stand te houden — beledigingen slikken zonder dit terug te doen, ze in geduld te verdragen zonder een verlangen tot wraak. We dienen — om het kort te zeggen — een vergevende geest te hebben. Zonder deze zullen we zeer zeker verdeeldheid teweegbrengen.
Het verband tussen nederigheid en zachtmoedigheid is vanzelfsprekend en toch is het maar een facet van zachtmoedigheid. Waar nederigheid betrekking heeft op een juiste inschatting van verdiensten, heeft zachtmoedigheid te maken met een juiste inschatting van persoonlijke rechten. Dit betekent op geen enkele manier dat de standaards van gerechtigheid, of van wat juist of verkeerd is, verlaagd moeten worden. Zachtmoedigheid kan samengaan met een oorlog tot de dood tegen het kwade, maar de zachtmoedige christen richt die oorlog eerst tegen het kwaad in eigen hart. Hij is een zondaar die berouw heeft, en zijn erkenning van die toestand verandert zijn relatie met de medemens op drastische wijze. Een zondaar die vergeving heeft ontvangen, dient een vergevingsgezinde houding te hebben.
Conflict in Corinthe
Bovendien kan goddelijke zachtmoedigheid niet worden gescheiden van zijn relatie met goedertierenheid. Deze goedertierenheid wordt echter gewoonlijk niet gezien in de situaties waar de schrijvers van de bijbel zachtmoedigheid gebruiken. Neem nu eens 2 Corinthi?rs 10:1:
2 Corinthiërs 10:1 Maar ik, Paulus, doe een beroep op u bij de zachtmoedigheid en de vriendelijkheid [Statenvertaling: goedertierenheid] van Christus, ik, die in persoonlijk verkeer schuchter ben, maar op een afstand een groot woord heb tegen u;
Hier staan zachtmoedigheid en goedertierenheid naast elkaar, alsof er een overeenkomst bestaat, evenals een specifiek verschil.
De reden hiervoor is, dat Paulus hier omgaat met een conflict. In 2 Corinthi?rs 10 begint Paulus een verdediging van zijn apostolische autoriteit, aantonend dat hij het recht had zichzelf als door God gezonden te beschouwen. Hij begint zijn betoog met een beroep op de goedertierenheid en de zachtmoedigheid van Christus om zijn eigen evenwichtige benadering te onderbouwen, hen vragend hem geen aanleiding te geven tot de stoutmoedigheid en strengheid, die hij ook zou kunnen gebruiken. Hij had geen enkel verlangen zo stoutmoedig en streng te zijn in zijn bestraffing. De tegenstelling tussen zachtmoedigheid en strengheid komt hier duidelijk tot uiting. Zachtmoedigheid is een speciale deugd, middel, manier of vrucht die uitstekend is in de aanpak van conflict of potentieel conflict in relaties.
Sommigen die de gemeente waren binnengedrongen en beweerden apostelen te zijn, beschuldigden Paulus ervan moedig en stoutmoedig te zijn als hij brieven schreef, maar bedeesd en slap als hij persoonlijk aanwezig was. Zij beschuldigden hem er in feite van alleen maar te blaffen en niet te bijten. Zij beoordeelden hem geheel verkeerd door een combinatie van zijn goedertieren en gebalanceerde benadering toen hij de gemeente vestigde, en wat zij blijkbaar beschouwden als zijn zwakke, fysieke verschijning en simpele, alledaagse taalgebruik. Maar Paulus was in werkelijkheid zachtmoedig, niet zwak, alhoewel hij hun zwak mocht toeschijnen. Hij was bereid dit giftige, vernietigende kwaad binnen de gemeente met al zijn geestelijke kracht te bestrijden, die — zoals de bijbel laat zien — aanzienlijk was.
Paulus was er niet op uit zich aan de gemeente als een zwierige, charismatische persoonlijkheid voor te doen. Hij was er niet op uit zichzelf in het zonnetje te zetten. Hij en zijn manier van brengen waren het niet waar het in de kerk om draaide, deze waren ook niet de geestelijke kracht van de kerk. De Vader, Jezus Christus en het evangelie van het Koninkrijk stonden bij Paulus centraal en hij wenste dat dat ook het geval zou zijn bij de mensen. Daarom presenteerde hij zichzelf zoals hij het deed.
Hij is een prachtig voorbeeld van een waarachtig zachtmoedig christen. Een zachtmoedig iemand richt zijn aandacht niet langer op zichzelf. Zijn trots en eigengereidheid zijn gekruisigd. Hij meet het belang van gebeurtenissen niet af aan hun relatie met zijn persoonlijk comfort, of wat hij eraan kan verdienen. Hij ziet alles vanuit Gods perspectief, is er alleen maar op uit Zijn doel te dienen in de situaties waartegen hij in het leven aanloopt.
Zachtmoedig en toch hard als staal
Dit betekent niet dat de zachtmoedige alles maar op zijn beloop laat. Let eens op Mozes, die zoals we zagen de zachtmoedigste mens van zijn tijd was. Hij aarzelde niet om opdracht te geven tot het ombrengen van zo’n drieduizend afgodendienaars, die het gouden kalf hadden aanbeden terwijl hij bij God op de berg was (Exodus 32:25-28). Deze man was tegen het kwade zo hard als staal. Hoe een zachtmoedig mens reageert hangt af van wat hij meent dat in de gegeven omstandigheden Gods wil voor hem is. Omdat een zachtmoedig mens zijn geest op Gods doel richt en niet op eigen gemakzucht, ambitie of reputatie zal hij onverbiddelijk tegenstand bieden aan het kwade ter verdediging van God, maar toch met geduld, goedertierenheid en mildheid reageren als anderen hem aanvallen.
Jezus gaf een duidelijk voorbeeld van het patroon van zo’n reactie. Hij maakte een zweep van touw en keerde de tafels met strenge, heftige energie om en dreef het vee, hun verkopers en de geldwisselaars uit het tempelcomplex, omdat zij door hun heiligschennis Gods huis veranderden in een ordinair koophuis. Hij stond de schriftgeleerden, Farizeeën en Sadduceeën te woord met eenvoudige, openhartige, duidelijk onderwijzende antwoorden en indringende vragen. Toch lezen we in Mattheüs 12:
Mattheüs 12:19-20 Hij zal niet twisten of schreeuwen, en niemand zal op de pleinen zijn stem horen. 20 Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de walmende vlaspit zal Hij niet uitdoven, voordat Hij het oordeel tot overwinning heeft gebracht.
Petrus voegt daaraan toe:
1 Petrus 2:21-23 Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook Christus voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat gij in zijn voetstappen zoudt treden; 22 die geen zonde gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden; 23 die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die rechtvaardig oordeelt.
Een zachtmoedig iemand voelt het kwade hem aangedaan en voelt dat heel intens. Maar omdat hij niet aan zichzelf denkt, laat zijn zachtmoedigheid hem niet toe zich af te reageren met een hatelijke, lompe en wraakgierige boosheid om het betaald te zetten. Hij zal integendeel veel medelijden hebben met het beschadigde karakter, de houding en de verblindheid van de dader. Aan het kruis sprak Jezus:
Lucas 23:34a En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.
Deze deugd is een sterke verdediging tegen zelfgerechtigheid en een hardvochtig en kritisch oordeel over anderen. Toch zal het zonde niet vergoelijken of tolereren. Integendeel een zachtmoedig iemand heeft een beter begrip van zonde, daarom is zijn oordeel gematigd en vermijdt hij harder te reageren dan nodig is.
Paulus schrijft in Titus 3:
Titus 3:1-2 Herinner hen eraan, dat zij zich aan overheid en gezag onderwerpen, gehoorzaam, tot alle goed werk bereid zijn, 2 geen lastertaal uiten, niet twisten, vriendelijk zijn en alle zachtmoedigheid bewijzen aan alle mensen.
In onze relatie met bestuur is de mogelijkheid van conflict van nature aanwezig; het is heel gemakkelijk een conflict te krijgen met iemand die boven ons staat. Sommigen in posities van gezag hebben er een genoegen in dit goed te laten voelen, zoals Jezus in Mattheüs 20 opmerkt:
Mattheüs 20:25 Doch Jezus riep hen tot Zich en zeide: Gij weet, dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen.
Aan de andere kant staan degenen die onder gezag staan, en daar ligt de belangrijkste nadruk van Paulus in Titus 3. De mens is van nature geneigd erg gevoelig te zijn, kritisch en hard in zijn oordeel over zijn meerderen. Dit ontaardt vaak in lasterlijke aanvallen en ruzies met hen die met gezag zijn bekleed; soms mondt dit zelfs uit in revoluties. Paulus adviseert ons niet strijdlustig te zijn, meevoelend, niet op onze rechten te staan en zachtmoedig te zijn. Als de vrucht van zachtmoedigheid wordt voortgebracht in één of beide partijen, is de kans op vrede en eenheid groter, omdat er een belangrijk middel aanwezig is om beiden te helpen hun verantwoordelijkheden binnen de relatie op de juiste wijze na te komen.
Een natuurlijke zachtmoedigheid
Wat zo langzamerhand uit al het vorige te voorschijn komt, is dat zachtmoedigheid het resultaat is van de juiste balans in iemands geestelijke kennis, begrip en verlangens. Er bestaat een vleselijke of natuurlijke zachtmoedigheid; deze komt voor in iemand die er gewoon niet bij betrokken wil zijn, vanuit een niet begrijpen wat er nu precies gebeurt, of vanuit een gebrek aan standvastigheid. Deze vorm is gewoonlijk verlegen, geeft gauw toe en is snel geneigd van het goede af te zien en overgehaald het kwade te doen. Soms is dit de grote tekortkoming in het karakter van religieuze mensen, zoals b.v. Eli en Josafat.
Eli’s geest zou hebben moeten branden van geestelijke verontwaardiging over de walgelijke dingen die zijn zonen op schandalige wijze begingen. Hij kon zichzelf er niet eens toe brengen hen erop aan te spreken.
1 Samuël 3:11-14 Toen zeide de HERE tot Samu?l: Zie, Ik ga in Israël iets doen, zodat een ieder die ervan hoort, de beide oren tuiten zullen. 12 Te dien dage zal Ik aan Eli in vervulling doen gaan al wat Ik over zijn huis gesproken heb, van het begin tot het einde. 13 Want Ik heb hem te kennen gegeven, dat Ik over zijn huis voor altijd gericht zal oefenen om de ongerechtigheid, waarvan hij geweten heeft; immers zijn zonen brachten een vloek over zich en hij heeft hen niet eens berispt. 14 Daarom heb Ik het huis van Eli gezworen: nooit zal de ongerechtigheid van het huis van Eli worden verzoend door slachtoffer of door spijsoffer.
Josafats probleem lag in zijn relatie met Achab, de koning van Israël, die een van de meest verdorven koningen was die ooit over Israël regeerde. Hij verbond zichzelf aan Achab door een huwelijk. Op een gegeven moment stelde Achab een militaire alliantie met Juda voor om de Syriërs te verslaan. Josafat, de koning van Juda, was terughoudend en vroeg of ze een profeet van God konden raadplegen. De profeet Micha werd voor hen gebracht en deze maakte het overduidelijk dat het doel van het verbond niet van God kwam, en dat ze de slag zouden verliezen. Josafat miste echter de wilskracht om zijn steun terug te trekken en ging toch mee in de strijd. Achab kwam om en Josafat overleefde alleen maar door Gods tussenkomst.
2 Kronieken 19 laat zien dat dit niet het einde van het verhaal was:
2 Kronieken 19:2-3 ging de ziener Jehu, de zoon van Chanani, hem tegemoet en zeide tot koning Josafat: Moogt gij de goddeloze helpen en bevriend zijn met hen die de HERE haten? Hierom rust er toorn op u van de zijde des HEREN. 3 Toch is er wel iets goeds bij u gevonden, want gij hebt de gewijde palen uit het land weggedaan en uw hart erop gezet God te zoeken.
Zowel Eli als Josafat waren wat we “goede mensen” zouden noemen. Ze waren godsdienstige, vrome mannen die God zochten binnen het raamwerk van hun eigen belangen. God openbaart echter dat ze ook een ernstige karakterzwakte hadden, die verhinderde dat ze God naar beste vermogen verheerlijkten, en die veroorzaakte dat ze zwaar werden gestraft, en zelfs dat er een vloek op hen kwam te rusten.
God verlangt meer van ons:
Hebreeën 10:38 En mijn rechtvaardige zal uit geloof leven; maar als hij nalatig wordt, dan heeft mijn ziel in hem geen welbehagen.
Geloof — vertrouwen, zekerheid — maakt deel uit van zachtmoedigheid; dus zijn de zachtmoedigen niet bang. Let er eens op hoe Paulus Timotheüs bemoedigde:
2 Timotheüs 1:6-7 Om die reden herinner ik u eraan, de gave Gods aan te wakkeren, die door mijn handoplegging in u is. 7 Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid.
Zachtmoedigheid en beproevingen
Zoals eerder gezegd is zachtmoedigheid het bijproduct van een aantal elementen, waarvan niet de minsten zijn: een diepgaande nederigheid en een begrip van de ernst van wat ons gedrag uit het verleden voortbracht, in het bijzonder jegens Jezus Christus. Deze verworvenheden hebben het beest in ons getemd, onze zelfgerichte wil gebroken en onze geest gevoelig gemaakt voor de zuivere invloed van Gods Geest. Dit is niet natuurlijk maar bovennatuurlijk, het product van Gods genade voor ons en Zijn Geest die in ons werkt en groeit. Het verandert ons begrip van God erg diepgaand, soms zelfs radicaal, en eveneens ons begrip van Zijn doel, de beproevingen van het leven, ons eigen ik en andere mensen.
Dit is van groot belang voor wat betreft beproevingen, omdat zachtmoedigheid het tegengestelde is van zelfzucht jegens God en slechte bedoelingen jegens mensen. In zijn commentaar op Mattheüs 5:5 schrijft Matthew Henry:
De zachtmoedigen zijn zij die zich kalm onderwerpen aan God, aan Zijn woord en aan Zijn staf, die Zijn aanwijzingen opvolgen en zich onderwerpen aan Zijn plannen en innemend zijn jegens alle mensen (p. 1629).
Zachtmoedigheid is de vrucht van God door Zijn Geest die in ons werkt. Goddelijk berouw verzacht onze koppige tegenstand en onze harten, zodat we ontvankelijk worden voor de inwerkingen van de Schepper om Zijn beeld in ons voort te brengen. Daarom bestaat zachtmoedigheid, naast de reeds genoemde eigenschappen, ook uit het buigzaam, kneedbaar, onderworpen en onderwijsbaar worden. Een nieuwtestamentische term voor deze toestand is “zijn als een kind”.
God corrigeert iedere zoon die Hij liefheeft (Hebree?n 12:6). Soms zijn de correcties zwaar te verdragen. We hebben sterke drijfveren in ons om ervan weg te vluchten, of minstens onder hun last te mopperen en te klagen. Maar de zachtmoedigen doen dit niet. Zij doorstaan de ontbering, de moeilijkheid, de pijn, het verlies, de onwetendheid of de vervolging met kalm geduld, omdat zij weten dat God soeverein is over alles en dat Hij werkzaam is in hun leven.
De reactie van Aäron op de terechtstelling van zijn twee zonen is een voorbeeld:
Leviticus 10:1-3 En de zonen van Aäron, Nadab en Abihu, namen ieder zijn vuurpan, deden daar vuur in en legden daar reukwerk op; zo brachten zij vreemd vuur voor het aangezicht des HEREN, hetgeen Hij hun niet geboden had. 2 Toen ging er vuur uit van de HERE en dit verteerde hen, zodat zij stierven voor het aangezicht des HEREN. 3 En Mozes zeide tot Aäron: Dit is het, wat de HERE gesproken heeft: aan degenen die Mij het naaste staan, zal Ik Mij de Heilige betonen en ten aanschouwen van het gehele volk zal Ik Mij verheerlijken. En Aäron zweeg.
Dit was een vreselijk bittere pil om te slikken, maar Aäron accepteerde het op de juiste manier, zachtmoedig. Hij groeide. In Psalm 39 verwijst David naar een moeilijke situatie waarin hij verzeild was geraakt en geeft ons daarmee een voorbeeld:
Psalm 39:10 Ik ben verstomd, ik doe mijn mond niet open, want Gij zelf hebt het gedaan.
Het belangrijkste voorbeeld hiervan is dat van Jezus Christus, die vreselijke beproevingen doorstond, alhoewel Hij de Zoon van God was, de Zoon waarin Hij een welbehagen had. In Johannes 18 staat:
Johannes 18:11 Jezus dan zeide tot Petrus: Steek het zwaard in de schede; de beker, die de Vader Mij gegeven heeft, zou Ik die niet drinken?
Handelingen 8:32 geeft meer inzicht in Christus’ zachtmoedige reactie:
Handelingen 8:32 En het gedeelte van de Schrift, dat hij las, was dit: Gelijk een schaap werd Hij ter slachting geleid [niet getrokken, voortgesleurd]; en gelijk een lam stemmeloos is tegenover de scheerder, zo doet Hij zijn mond niet open.
Hij was werkelijk de Koning der zachtmoedigheid.
Zachtmoedigheid stelt iemand in staat om de beledigingen en verwondingen die hij van anderen te verduren krijgt, geduldig te verdragen. Het stelt hem in staat aanwijzingen aan te nemen van de minste der heiligen. Het stelt hem in staat provocaties te verdragen zonder zich daaraan te gaan ergeren. Hij blijft rustig als anderen opgewonden raken. Zachtmoedige mensen zoeken geen persoonlijke wraak; zij laten die over aan Gods gevoel voor rechtvaardigheid, terwijl zij erop uit zijn trouw te blijven aan hun roeping en te voldoen aan Gods standaards.
De geest van zachtmoedigheid stelt iemand in staat om grote vreugde en tevredenheid te hebben met zijn aardse bezit, of dat nu veel of weinig is. Bevrijd van een hebzuchtige en almaar naar meer verlangende houding is hij tevreden met wat hij heeft. Tevredenheid is een van de vruchten van zachtmoedigheid. De arroganten en begerigen beërven de aarde niet. Zoals in Psalm 37 staat:
Psalm 37:16 Beter is het weinige van de rechtvaardige dan de rijkdom van vele goddelozen.
Een waardevolle vrucht
Deze slecht begrepen en belasterde deugd is het medicijn voor de meeste vormen van nerveuze spanning die de dagelijkse stress van het leven in sterke mate vergroten. God beveelt ons in Sefanja 2:
Sefanja 2:3 Zoekt de HERE, alle ootmoedigen [Statenvertaling: zachtmoedigen] des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed [Statenvertaling: zachtmoedigheid]; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des HEREN.
Hoe waardevol is die zegen?
Er is nog meer: Psalm 22:27 De ootmoedigen [Statenvertaling: zachtmoedigen] zullen eten en verzadigd worden, wie de HERE zoeken, zullen Hem loven, uw hart leve op, voor immer.
Verder nog:
Psalm 147:6 De HERE houdt de ootmoedigen [Statenvertaling: zachtmoedigen] staande, maar Hij vernedert de goddelozen ter aarde toe.
Tenslotte dit nog even:
Jesaja 29:19 En ootmoedigen [Statenvertaling: zachtmoedigen] zullen steeds meer vreugde hebben in de HERE, en de armsten onder de mensen zullen juichen in de Heilige Israëls.
Dit is geen deugd die we kunnen verwaarlozen, omdat de vleselijke mens deze als zwak beschouwt. Deze kan op hen als zwak overkomen, maar de geestelijke werkelijkheid is, dat het een grote kracht is, een eigenschap van de Almachtige God en een vrucht van Zijn Geest die we hard nodig hebben.
Daarom : Prijs de Heer, juich in de Heilige Iraëls
Christenen loven God. Wij prijzen God wegens wie Hij is, en wat Hij voor ons heeft gedaan.
Wij prijzen God omdat Hij groot en machtig is. “Want de HERE is groot en zeer te prijzen” (Psalm 96:4). “Verhef U, o HERE, in uw kracht, wij willen uw sterkte met psalmen bezingen” (Psalm 21:14).
“Toen prees David de HERE ten aanschouwen van de gehele gemeente, en David zeide: Geprezen zijt Gij, HERE, God van onze vader Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Van U, o HERE, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o HERE, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven” (1 Kronieken 29:10,11). “Thans loven wij U, o onze God, en prijzen wij uw heerlijke naam” (1 Kronieken 29:13).
“Alle volken, die Gij gemaakt hebt, zullen komen en zich voor U nederbuigen, o Here, en uw naam eren; want Gij zijt groot en doet wonderen, Gij, o God, alleen. Leer mij, HERE, uw weg, opdat ik in uw waarheid wandele; verenig mijn hart om uw naam te vrezen. Ik zal U loven, Here, mijn God, met mijn ganse hart, en uw naam eren voor altoos” (Psalm 86:9 t/m 12).
“Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning, ik zal uw naam prijzen voor altoos en immer; te allen dage zal ik U prijzen, uw naam loven voor altoos en immer. De HERE is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk” (Psalm 145:1 t/m 3). “Al uw werken zullen U loven, HERE, uw gunstgenoten zullen U prijzen; zij zullen van de heerlijkheid van uw koningschap spreken en van uw mogendheid gewagen, om de mensenkinderen zijn machtige daden te verkondigen en de luisterrijke heerlijkheid van zijn koningschap. Uw koningschap is een koningschap voor alle eeuwen, uw heerschappij is over alle geslachten” (Psalm 145:10 t/m 13).
Wij vereren God omdat Hij rechtvaardig is: “En mijn tong zal van uw gerechtigheid gewagen, van uw lof de ganse dag” (Psalm 35:28). “Ik zal de HERE loven naar zijn gerechtigheid, en de naam des HEREN, des Allerhoogsten, psalmzingen” (Psalm 7:18).
Wij loven God omdat Hij trouw en waarachtig is: “O HERE, Gij zijt mijn God, U zal ik verheffen, uw naam loven, want Gij hebt wonderen gedaan, raadsbesluiten uit een ver verleden in waarheid en trouw volvoerd” (Jesaja 25:1).
Wij prijzen God om Zijn barmhartigheid: “Looft de HERE, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid” (2 Kronieken 20:21). “Halleluja. Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid” (Psalm 106:1). “Looft de HERE, alle gij volken, prijst Hem, alle gij natiën; want zijn goedertierenheid is machtig over ons, en des HEREN trouw is tot in eeuwigheid. Halleluja” (Psalm 117:1,2).
“Juicht de HERE, gij ganse aarde, dient de HERE met vreugde, komt voor zijn aangezicht met gejubel. Erkent, dat de HERE God is; Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe, zijn volk, de schapen die Hij weidt. Gaat met een loflied zijn poorten binnen, zijn voorhoven met lofgezang, looft Hem, prijst zijn naam; want de HERE is goed, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid, en zijn trouw tot in verre geslachten” (Psalm 100:1 t/m 5).
“Gij zijt mijn God, U zal ik verhogen. Looft de HERE, want Hij is goed, ja, zijn goedertienenheid is tot in eeuwigheid” (Psalm 118:28,29).
Wij loven God omdat Hij ons redt. “De HERE is mijn kracht en mijn psalm, Hij is mij tot heil geweest. Hij is mijn God, Hem verheerlijk ik, de God mijns vaders, Hem prijs ik” (Exodus 15:2). “De HERE leeft. Geprezen zij mijn Rots, en verhoogd zij de God mijns heils” (2 Samuël 22:47). “Zingt de HERE, gij ganse aarde, boodschapt zijn heil van dag tot dag. Vertelt onder de volken zijn heerlijkheid, onder alle natiën zijn wonderen. Want de HERE is groot en zeer te prijzen” (1 Kronieken 16:23 t/m 25). “De HERE leeft. Geprezen zij mijn Rots, en verhoogd zij de God mijns heils” (Psalm 18:47).
Laat een reactie achter