Vrijdag 08 februari 2013
Efeziers 3:20-21
Aan hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, aan hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid. Amen.
-- Efeziers 3:20-21
2 reacties op de tekst van vrijdag 08 februari 2013 – Efeziers 3:20-21
Kerntekst: Ef.3:20-21: Aan hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, aan hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid. Amen.
Lezen: Ef.3:20 en 21
Inleiding: De apostel eindigt dit eerste hoofddeel van deze brief met een lofprijzing Gods. Hij is zo vervuld van aanbidding, bewondering, en dank voor de grootte en heerlijkheid en genade van God, in het werk der verlossing geopenbaard, dat hij, daarop gestaard en gewezen hebbende, gedrongen wordt , Gods eer uit te roepen. Hij spreekt daarbij van Gods grote kracht, omdat hij ook denkt aan de gelovigen, en hetgeen zij moeten worden en zijn.
Korte verklaring der Heilige schrift door Dr.S. Greijdanus :
Hem echter, God almogend, zoals ook uit vers 21 blijkt, Die machtig is boven alles, niet alleen wat bestaat, maar onbeperkt, te doen, veel meer, overvloedig veel meer, volgen s 1 Tess 3:10; 5:13, dan wij bidden of denken. Wij behoeven dus nummer bevreesd te zijn, te veel van de Here te bidden. Wat groot is voor ons, is het daarom nog niet voor Hem. Hij overtreft in macht niet alleen wat wij van Hem vragen, maar ook ons denken, verre, zeer verre. Naar de mogendheid, volgens 1:19 ; 3:16, die in ons werkt, zich krachtig in ons betoont, volgens 1:10,20, gelijk uit onze levendmaking enz. blijkt.
Hem zij de heerlijkheid, alle, in de gemeente, binnen welke Hij Zijn heerlijkheid openbaart, en die haar op het hoogste behoort te prijzen, en in Christus Jezus, Die het Hoofd der gemeente is, met alle macht en glorie bekleed, 1:20-22, en Die Zijn volheid in de gemeente overstort en haar ten deel doet worden, 1:23 ; 4:16. God doet Zijn heerlijkheid het luistervolst van Christus en Zijn gemeente uitstralen. Hij moet daarin ook erkend en geprezen worden. Enige handschriften missen het woordje: “en”. Dan zou de gemeente door de volgende woorden als Christelijke gemeente aangeduid kunnen zijn; volgens Gal. 1:22 Maar omdat met en de geachte wat eigenaardiger is, zullen we denkelijk aannemen moeten, dat men dat woordje soms weggelaten heeft, om een moeilijkheid weg te nemen.. In al de gedachten volgens 3:5 , van alle eeuwigheid, of letterlijk: Van de eeuw der eeuwen volgens 1:21; 2:2, dat is van die eeuw, welke alle andere overtreft in grootte en heerlijkheid, omdat zij nimmermeer eindigt en enkel volle zaligheid biedt voor de hemel en de aarde, en voor al wie die mogen bewonen. Amen, ter bevestiging. De apostel drukt er door uit, hoezeer deze lofprijzing zijn hartewens is. Zij zal ook eenmaal met volle kracht geschieden door de ganse gemeente, eindeloos door.
Overige commentaren: Door Dr. A. van Roon: De apostel eindigt dit stuk met een doxologie ( eerbetuiging: lofprijzing van de heilige Drievuldigheid, onder andere aan het eind van psalmen en gebeden). Het gebed van de apostel heeft een zelfde hoogte bereikt als het slot van zijn uiteenzetting in rom. 11 en wordt op dezelfde wijze met een doxologie besloten. bij de gedachte aan Gods overvloedige lofprijzing en de diepte van Zijn wijsheid past een overvloedige lofprijzing. Zij is van de zelfde aard als de doxologieën van de hellenistische synagogen. De stijl doet reeds direct bemerken dat God op een verhoogde toon of lof wordt toegebracht. Hij wordt geprezen als degene die bij machte is om meer te doen en overvloediger te geven dan wij vragen of beseffen. zijn heerlijkheid moet op de rechte wijze worden erkend. Dat is én in het midden van Zijn volk, de kerk (vergelijk de oudtestamentische psalmen: Bijv. Ps. 22:23,26) én in de verbondenheid met Christus. Wat de synagoge nog niet weet , heeft het evangelie immers aan het licht gebracht. De waarheid dat het volk Gods en Christus onafscheidelijk verbonden zijn en dat buiten Gods heerlijkheid schuilgaat en miskend wordt. Zijn heerlijkheid zal echter in het midden van Zijn vol en in de verbondenheid met Christus Jezus in alle geslachten van de grote eeuwigheid worden erkend. Immer en immer moge Hem lof worden gebracht.
Mijn conclusie:
Enerzijds viel mij de enorme lofprijzing en bewustwording op, die dit vers uitstraalt, en gelijk daarop Gods ontferming en aanmoediging om de gemeente en de christen heel dicht naar Zich toe te halen en ook te laten zien dat Hij door de christen en gemeente heen grote(re) dingen wil doen, dan wij kunnen beseffen en Hij moedigt ons aan om ons hier naar uit te strekken.
Mijn gebed: Open mij ogen Heer voor Wie U bent en ik bewijs U eer . U bent de Enige, Waarachtige, Grote, Liefdevolle en Getrouwe tot in de hoogste hemelen, voor nu en voor altijd. Amen
Amen!
Laat een reactie achter