Maandag 13 april 2009
Hebreeen 12:1
Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij de last van de zonde, waarin we steeds weer verstrikt raken, van ons afwerpen en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt.
-- Hebreeen 12:1
9 reacties op de tekst van maandag 13 april 2009 – Hebreeen 12:1
“de last van de zonde, waarin we steeds weer verstrikt raken”
Juist op de momenten waarop ik meen het lek voorgoed boven te hebben, kan zich in mijn bestaan weer een ervaring voordoen die me duidelijk maakt dat het geloof nooit vrij van onderhoud is, zoals ook een tuin voortdurend onderhoud behoeft, wil deze niet door onkruid overwoekerd raken.
Mijn ervaring is dat het vaak klein begint, een ogenschijnlijk onschuldige gedachte of een gebrek aan weerstand tegen een zich onverwacht aandienende visuele prikkel van buitenaf waar je op kunt reageren met de gedachte “dat het zo’n kwaad niet kan” of dat je nu wel bestand zult zijn tegen dat soort prikkels.
Wie zo denkt begeeft zich echter in een situatie die wel iets weg heeft van een trompetbekerplant. Dat is een vleesetende plant met een prachtig ogende kelk waar nietsvermoedende insecten overheen wandelen, om dan tot de ontdekking te komen dat er geen weg terug meer is. En onderin de beker wacht hen de dood…
Als je dan merkt dat je je op een hellend vlak hebt gewaagd, als je toch weer verstrikt bent geraakt in de zonde, ondanks al je goede en ongetwijfeld oprechte voornemens, dan hoef je er niet in verstrikt te blijven. Niet de zonde heeft in ons bestaan het laatste woord, want er is geen verzoeking waar ook geen uitkomst voor wordt geboden.
In de naam van Hem die ons van zonde vrijgemaakt heeft, mogen we ons losrukken van de valse ranken die ons telkens weer opnieuw willen laten struikelen. Keer je letterlijk af van alles wat je tot een valstrik kan worden – sluit dat browservenster, zet die tv uit, wend je blik af – en laat je oog alleen gericht zijn op Hem die onze Leidsman is…
Ik was juist ook geraakt door het andere gedeelte van de tekst:
Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij … vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt
aangezien wij die tweede paasdag met leden van onze gemeente De Fakkel Leidsche Rijn een sponsorloop gepland hadden ten bate van onze reis naar Kenia van de zomer voor Compassion. En we hebben uiteindelijk allemaal de eindstreep (5 en 10km) gehaald!
Maar “de last van de zonde, waarin we steeds weer verstrikt raken†is als een groot waarschuwingsbord op mijn levensweg. Ik kan het negeren maar loop dan gevaar dat het me boven mijn macht groeit en mij gaat bepalen. Ik heb keuzevrijheid gekregen en wil die ten goede aanwenden.
Het is allemaal ook een wedstrijd tussen enerzijds het kwade, de duivelse macht en anderzijds het enige goede GOD. Alleen God aannemen zoals bij veel “lichtere” stromingen het geval is kunnen wij niet. Ik benoem dat als “jezelf een verkeerde verzekering geven van het leven na de dood”. Daarmee benijd je de zonde en daarmee draai je eromheen zodat je jezelf niet hoeft te verantwoorden tegenover God. Het moet allemaal door genade. Als je dus die loopbaan naar het goede eind aflegt moet je dat zien als genadewerk van God door de heilige geest die dat in ons werkt. Ook al zijn je zonden vergeven door God je schuldgevoel zal altijd blijven. Je zonden zullen niet weggevaagd worden maar de herinnering is er altijd nog en dat moet je brengen tot steeds weer “dagelijkse bekeringen afsmeken van Jezus”.
Hallo Klaasjan,
Bekering is volgens mij niet dagelijks af te smeken van Jezus, zoals jij schrijft. Bekering is ook niet een lichtvaardig aannemen van God zonder dat daar consequenties aan vastzitten. Het is juist een moment waarop je WEL verantwoording aan God aflegt voor je zonden. En pas als je je zonden belijdt, kun je ook om vergeving vragen.
Dat we als mensen afhankelijk zijn van de genade van God staat voor mij als een paal boven water. Het enige dat wij in die zin kunnen doen is ons hart openstellen voor Hem, zodat de Heilige Geest inderdaad in ons hart kan komen wonen. Immers, als we ons bekeren van onze kwade weg en God niet in ons hart laten wonen, zullen er meer demonen komen om hun intrek bij ons te nemen. En daar zit denk ik niemand op te wachten…
Nee, God geeft duidelijk aan dat onze zonden – als ze vergeven zijn – zo ver van ons verwijderd zijn als het oosten van het westen. Jezus heeft ons vrijgekocht! Oftewel, we zijn BEVRIJD van overheersing door de kwade duivelse machten en SCHOON gewassen door Zijn bloed.
En vanwege die bevrijding zijn Gods kinderen ook in staat om te leven naar Zijn wil. Die heiliging is dan wel een voortgaand proces, omdat de dreiging van de duivel – als een kat in het nauw – ons blijft achtervolgen. De geloofsgetuigen uit Hebr. 11 zijn er met Gods hulp in geslaagd hun wedloop ten einde te lopen. En nu is het onze beurt… Niet door (eigen) kracht, noch (aards) geweld, maar (inderdaad:) door Gods Geest!
Reactie op Hans:
Over verantwoording afleggen had ik geschreven:
“Ik benoem dat als “jezelf een verkeerde verzekering geven van het leven na de doodâ€. Daarmee benijd je de zonde en daarmee draai je eromheen zodat je jezelf niet hoeft te verantwoorden tegenover God.”
Dat -niet hoeven te verantwoorden aan God slaat terug op de mens die denkt alleen God aan te hoeven nemen. Ik bedoel daarmee de “lichtere stromingen”, waar ik zelf niet bij hoor en waar mijn thuis ook niet is. Sorry dat ik het blijkbaar wat onduidelijk had neergezet.
Gisteravond heb ik, en dat voel ik nog, Gods liefde voor mij mogen voelen. Daar tegenover stond dat ik mijn zondige bestaan voelde. Ik kon niet geloven waarom God nu in juist mij werkt maar daarvoor zal ik met de hulp van Hem in Zijn wegen gaan wandelen. Ik voel en voelde dat er niets heerlijkers is dan de dienst van God.
Wat geeft God ons toch veel. De wereldse mens ziet die gaven van de Geest als niets. Ik denk dat jij ze ook wel kent. Zie: Galaten 5 vers 22.
Met een dankbaar hart aan God schrijf ik dit. Ik sta open voor je reactie.
Met dank
Met die zonden als schuldgevoel bedoel ik dat ook al zijn ze vergeven en Schoongewassen, je zult je soms toch wel schuldig voelen dat je dat durfde te doen, maar ook mag je je toch heilig verwonderen dat God de Heere ons dit wilde vergeven naar Zijn Woord, door Het Woord: Christus.
Hallo Klaasjan (en anderen),
Het is altijd gaaf om te lezen dat broeders en zusters Gods liefde voor hen mogen voelen. Zelf ervaar ik dat inderdaad ook met enige regelmaat en daar prijs ik mezelf gelukkig mee.
Als je meer over mijn wandel met God wilt lezen, wijs ik je graag op MijnGetuigenis.nl, waar mijn verhaal op gepubliceerd staat. Ook op mijn eigen website http://www.dichterbijGod.eu ga ik hier verder op in.
Maar om een lang verhaal kort te maken, inderdaad is de vraag: “Waar zouden wij mensen zijn zonder de gaven van de Heilige Geest?” En daarvan mogen wij getuigen en – gereinigd door Jezus’ bloed – vastberaden de wedloop lopen die voor ons ligt…
Gods zegen!
Hans
Beste iedereen,
Waar het gaat om de wedloop die we moeten gaan heb ik een preek gehoord.
Vroeger toen men in Griekenland de oorlogen stopte onderling voor de olympische spelen ging men allemaal naar de plaats van het gebeuren.
Wanneer de lopers klaarstonden gaf de ‘scheids’ het teken van start. De lopers wilden natuurlijk allemaal de prijs behalen maar nog meer wilden de verschillende Griekse staten de wedstrijd winnen. Daarom namen het publiek oftewel de vertegenwoordigers van de onderlinge staten hun sieraden af en wierpen die voor de voeten van de andere spelers om hen te verleiden. Om hen van het eigenlijke doel af te brengen. Je zult wel begrijpen dat menig loper daarvoor bezweek.
Zo is het ook met onze loopbaan. Die sieraden zijn de wereldse verleidingen en de mensen die ze gooien kunnen het kwaad zijn maar ook zelfs je familie die je tegen gaan werken. En die PRIJS, het eigenlijke doel, DAAR hoeven we niet meer naar te raden. Dit vers geeft de kern weer van heel de bijbel.
Zo zijn er natuurlijk nog veel meer van die verzen!
Klaas Jan
en natuurlijk worden we geholpen de finish te halen door GODS GEEST
Laat een reactie achter